Colorcoat bouwplaats begeleiding

Bouw

Voor een optimaal uiterlijk en een lange levensduur van voorgelakt stalen bekleding dient de verwerking tijdens montage correct plaats te vinden.

Construction

Voor een optimaal uiterlijk en een lange levensduur van voorgelakt stalen bekleding dient de verwerking tijdens montage correct plaats te vinden. In dit hoofdstuk vindt u advies over de juiste wijze van afkorten van profielplaten of panelen, het installeren van profielplaten en panelen met het correcte gereedschap, de juiste plaats voor het aanbrengen van afdichtingsband, het beschermen en afschermen van snijvlakken en het realiseren van een goede afwerking met behulp van zetstukken. Ook is er een checklist, die u ter plaatse kunt raadplegen. U kunt deze informatie gebruiken in combinatie met de hoofdstukken ‘Veiligheid op de Bouwplaats’, ‘Voorbereiding van de Bouw’ en ‘Opleveringsinspectie’.

Het afkorten van profielplaten
Profielplaten zouden idealiter moeten zijn afgestemd op het dak of de wand die wordt gebouwd, zodat ze niet meer ter plaatse hoeven te worden geknipt. Als knippen op de bouwplaats toch nodig is, moet dit zorgvuldig gebeuren om schade te vermijden aan zowel uiterlijk als kwaliteit van de bekleding.

Volgt u de volgende richtlijnen:

  • Het juiste gereedschap om een voorgelakte staalplaat mee te knippen is een knabbelschaar. Dit apparaat is speciaal voor dit doel ontworpen. De knabbelschaar geeft een nauwkeurige snede zonder schade aan de deklaag aan te brengen.
  • Een ijzerzaag of een haakse slijper voldoet niet bij het afkorten van een voorgelakte staalplaat, omdat dit gereedschap smelt- of brandschade aan de coating of krassen kan veroorzaken. Bovendien geeft het een ongelijkmatige, grove snede.
  • Al het knip- en snijwerk moet op de grond plaatsvinden en nooit op het dak of boven andere materialen die worden gebruikt tijdens de bouw. Zo vermijdt u onveilige situaties en voorkomt u dat spanen en restmateriaal achterblijven op andere platen, waar het vlekken of corrosie zou kunnen veroorzaken. Als het niet mogelijk is om af te korten op de grond, richt dan een veilige werkomgeving in en scherm dak- en gevelbekleding af.
  • In het geval van sandwichpanelen is bij het doorsnijden een panelenzaag noodzakelijk. Dit dient zorgvuldig te gebeuren. Het is van belang een zaagsnelheid te gebruiken die de effecten van wrijvingshitte op de coating beperkt, zodat de plaat zo netjes mogelijk afgesneden kan worden. Er zijn tegenwoordig verschillende zagen en bladen verkrijgbaar die speciaal zijn ontworpen voor het afkorten van sandwichpanelen. Echter, voorzichtigheid is altijd geboden bij het gebruik van deze gereedschappen om een gelijkmatig en goed resultaat te krijgen.
  • Het gebruik van een snijbrander is ook geen geschikte methode om een plaat af te korten. Niet alleen omdat deze een grove en ongelijkmatige snede veroorzaakt, maar ook omdat de hoge temperatuur de coating en de zinklaag ernstig beschadigt.
  • Alle spanen en ander restmateriaal dienen onmiddellijk van de coating te worden verwijderd, omdat deze krassen, verkleuring en mogelijk corrosie kunnen veroorzaken.
  • Wanneer in het werk gezaagde of geknipte kanten niet volgens de beste methode worden uitgevoerd, kan corrosie aan de snijvlakken versneld plaatsvinden en dit valt niet onder de garantie. Alle in het werk geknipte of gezaagde kanten dienen tegen corrosie beschermd te worden met een beschermlak. We komen later terug op de beste methode om snijvlakken te beschermen.

Bevestigingstechnieken en adviezen
Schroeven en ringen worden in combinatie gebruikt om afzonderlijke componenten samen te klemmen en te voorkomen dat zij door de wind opgetild worden. Samen met de rubber sluiting maken zij het gat weervast en waterdicht.

U dient rekening te houden met de volgende punten:

  • De bevestigingsmiddelen dienen net zo lang mee te gaan als de beplating zelf, en mogen geen roestplekken veroorzaken.
  • De koppen en stelen van bevestigingsmiddelen die bloot staan aan het weer of door omstandigheden binnen kunnen worden aangetast dienen te worden beschermd tegen corrosie. Roestvrijstalen schroeven zijn langdurig over hun gehele lengte beschermd. De zichtbare koppen kunnen in de fabriek gecoat worden in dezelfde kleur als de bekleding. Schroeven met integraal gekleurde koppen verdienen de voorkeur boven opdrukdoppen.
  • Blootliggende koppen van koolstofstalen schroeven kunnen ook in de fabriek worden geverfd, maar dit kan niet worden beschouwd als afdoende bescherming tegen corrosie.
  • Alle geverfde schroeven dienen weersbestendig te zijn en bestand tegen UV-straling.

Installeren van beplating
U dient de juiste type plaat te gebruiken op de juiste plek van het gebouw en alle platen dienen onderling goed aan te sluiten. Het is gebruikelijk dat de langsoverlap van dakplaten van de heersende windrichting afgekeerd wordt om het inwaaien van regenwater te voorkomen.

  • Iedere schroef die blootstaat aan weersinvloeden dient een elastische sluitring te hebben. EPDM rubber wordt beschouwd als het beste materiaal voor dit doel en wordt enkelvoudig of in combinatie met een metalen afsluitring geleverd.
  • In verband met de effectiviteit van de afdichting is het van belang de schroeven niet te los of te vast aan te draaien. Zijn ze te los, dan dichten ze niet voldoende af. Zijn ze te vast aangedraaid, dan kan de metalen plaat vervormen wat ook tot lekkages en kan leiden. In beide gevallen bestaat corrosiegevaar.
  • Wind zorgt voor opwaartse druk op de dakplaten, maar is niet op het hele dak gelijk. De beplating is op verschillende plaatsen onderhevig aan verschillende opwaartse krachten. Omdat de schroeven deze krachten moeten opvangen, spreekt het voor zich dat de verdeling van de schroeven niet noodzakelijkerwijs overal hetzelfde is. Sommige delen van de dakbekleding hebben wellicht meer bevestigingspunten nodig dan andere.
  • Wij raden het gebruik aan van een schroefboormachine met een correct bevestigd, dieptegevoelige schroefbit om er zeker van te zijn dat alle schroeven goed worden aangebracht en zo te voorkomen dat zij te vast aangedraaid worden of scheef trekken, met schade aan de schroefdraad of sluitring tot gevolg.

Richtlijnen voor daken met een zeer flauwe helling
Daken met een helling van 4° of minder worden “daken met een zeer flauwe helling” genoemd. Dit type dak vraagt speciale aandacht om waterdichtheid op de lange termijn te garanderen. U dient alle mogelijke maatregelen te nemen om te voorkomen dat er zich plassen vormen op het dak. In het bijzonder:

  • Dakdekkers en onderhoudsmonteurs moeten er op letten dat het werk dat zij verrichten niet leidt tot overmatige doorbuiging van de platen.
  • Er mag geen vuil op het dak achter te blijven dat regenwater belemmert weg te lopen en plasvorming kan veroorzaken.
  • Bij daken met een zeer flauwe helling is er een groter risico dat er zich water verzamelt aan de onderkant van de bekledingsplaat bij de dakrand. Omdat dit kan leiden tot voortijdige achteruitgang van de coating, dient de rand van de plaat naar benden te worden gebogen om een druiplijst te vormen waarvan de helling minstens 10° is.
  • Niet alle coatings zijn geschikt voor dergelijke flauwe dakhellingen. Kies uw materiaal zorgvuldig.

Monteren van zetstukken
Zetstukken worden gebruikt voor aansluiting tussen beplatingsdelen en als afwerking. Een correcte detaillering en uitvoering van hiervan bepaalt zowel de wind- en waterdichtheid als de presentatie van de aansluitingen tussen beplatingsvlakken onderling als de aansluitingen tussen beplating en andere gevel- en dakdelen als bijv. vensters.

Belangrijke aandachtspunten bij het installeren van zetwerk zijn:

  • Voor een strak resultaat is de minimum staaldikte 0,7 mm. (nominale dikte).
  • Zetstukken moeten zorgvuldig aangebracht worden om slecht sluitende naden te voorkomen. De aansluiting op een zadeldakgevel zou bijvoorbeeld symmetrisch t.o.v de nok worden aangebracht.
  • Om onvlakheid te voorkomen mag de afstand tussen zettingen niet meer dan 250 mm bedragen. Als een grotere breedte overspannen moet worden, kunnen aanvullende zettingen gebruikt worden om het vlak te verstijven.
  • De langskanten van zetstukken dienen te worden omgezet ter verstijving. Bijkomend voordeel is dat snijranden uit het zicht komen te liggen en minder blootgesteld zijn aan de weersinvloeden. Ter verstijving kan ook een of meer zettingen binnen 50 mm van de rand aangebracht worden. Waar zetstukken elkaar overlappen dient de omgezette rand te worden weggenomen van het onderliggende deel over de lengte van de overlap.
  • Klangen gebruikt onder aansluitvoegen van zetstukken dienen minstens 150 mm lang te zijn en ingebed in een afdichtingsband of duurzame kit . De voegnaad zelf mag niet met afdichtingsband worden gevuld – dit trekt vuil aan.
  • Nokstukken dienen aan de beplating te zijn vastgemaakt met secundaire bevestigingsmiddelen op een onderlinge afstand van maximaal 450 mm of om de andere rib op de profielribben en op de langsoverlappen van de onderliggende profielplaten.
  • Waar zetdelen elkaar overlappen, dient u een overlap van 150 mm te gebruiken. Breng aan beide zijden dichtingsband of duurzame kit en secundaire bevestigingsmiddelen aan.
  • In plaats van ter plaatse zetstukken op maat te de maken, verdient het de voorkeur om geprefabriceerde hoekstukken te gebruiken en de monteurs te instrueren over de montagevolgorde.
  • Afdichtingen die bij zetstukken worden gebruikt dienen altijd in de aan het weer blootgestelde zijde worden geplaatst.
  • Overlappen dienen altijd afwaterend te zijn en afgekeerd van de heersende windrichting.
  • Het is van belang schroeven niet te strak aan te draaien, omdat dit tot indeuken kan leiden.

Plaatsen van afdichtingsband
Afdichtingsband wordt gewoonlijk gebruikt om een weersbestendige afdichting aan te brengen tussen profielplaten. Het op de juiste manier aanbrengen hiervan is van vitaal belang voor zowel de waterdichtheid als voor de duurzaamheid van de bekledingsplaten zelf.

De Nederlandse MDG biedt een richtlijn voor de juiste plaatsing van afdichtingsband in de Kwaliteitsrichtlijn Metalen Daken en Gevels 2003. Wij maken hier gebruik van de meer gedetailleerde richtlijn van de Britse MCRMA: Metal Cladding and Roofing Manufacturers Association.

De principes van afdichtingsband
Om een eindoverlap effectief te dichten is een zorgvuldige balans nodig tussen de maat van het butylband, de positie ten opzichte van de primaire bevestigingsmiddelen en de hoeveelheid en plaatsing van de bevestigingsmiddelen zelf. Band van verkeerde afmetingen, verkeerde plaatsting van band of bevestigingsmiddelen zal leiden tot een onvoldoende gedichte overlap.

Maat, positie en vorm van afdichtingsband
In het algemeen geldt dat de afmeting die de meeste invloed heeft op de geschiktheid van een butylband om eindoverlappen te dichten de hoogte is. De band moet voldoende groot zijn om een continue dichting over de gehele breedte van de profielplaat te kunnen vormen.

Om een zo goed mogelijke dichting te verkrijgen is het noodzakelijk dat de hoeveelheid en de plaats van de primaire bevestigingen voldoende is om de band over de volle breedte van de profielplaat te comprimeren.

Bescherming van aan het weer blootgestelde achterzijden
De achterzijde van dak- en wandbeplating wordt in het algemeen niet aan het weer blootgesteld, behalve bij overstekken. De achterzijde van voorgelakte stalen profielplaten is doorgaans niet ontworpen voor buitentoepassing. In gevallen waarin de achterzijde aan weersinvloeden blootgesteld wordt, kunnen het best speciale materialen zoals dubbelzijdig Colorcoat HPS200 Ultra® of dubbelzijdige Colorcoat Prisma® worden gebruikt. Maar als dit niet het geval is moet de blootliggende achterzijde in het werk met een aanvullende coating worden behandeld als extra bescherming.

Gebruik van isolatieband
Isolatieband wordt tussen twee onderling verschillende materialen gebruikt om deze galvanisch van elkaar te scheiden. Dit voorkomt dat er zich een corrosieverschijnsel voordoet dat bekend staat als galvanische corrosie en dat schade kan veroorzaken aan beplating, schroeven, metalen gordingen en andere onderdelen. Op dezelfde wijze wordt isolatieband gebruikt om voorgelakt stalen dakbekleding gescheiden te houden van polycarbonaat daklichten en ook van houten delen die vocht kunnen bevatten waardoor het metaal zou kunnen corroderen. Als metalen delen onderling gescheiden moeten worden dient dit aangegeven worden in de detailtekeningen.

Het onderling isoleren van onderdelen uit verschillende metalen is van bijzonder belang als de constructie bestnad moet zijn tegen een vochtig corrosief milieu.

Beschermen van in het werk gesneden kanten
Een snijvlak is een blootgelegd stuk metallisch substraat waarvan een stuk voorgelakt stalen plaat is afgesneden. Om problemen met snijvlakken te voorkomen dient u alle afkortingen in het werk op de best mogelijke manier uit te voeren. Waar het niet mogelijk is om een snijvlak met een zetstuk tegen de weersinvloeden te beschermen, dient deze behandeld te worden met een daarvoor bestemde beschermlak. Braamvorming bij snijvlakken dient door zorgvuldig knippen tot een minimum te worden beperkt. Zorg dat een eventuele braam aan de onderzijde (niet-zichtzijde) van de dakplaat komt te liggen.

Corrosiebelasting waaraan een gebouw bloot staat wordt voornamelijk bepaald door de duur van contact met water en door de aanwezigheid van corrosieversnellende zouten.

Daarom is in sommige gevallen de toepassing van snijvlakbescherming bijzonder van belang, bijvoorbeeld in een omgeving waar de zee, zware industrie of een hoog grondwaterpeil (polderland!) een invloed heeft. Het is ook van groot belang bij daken met een flauwe helling, die langer nat blijven.

Bescherming van doorvoeropeningen in een plaat
Doorvoeropeningen zijn alle gaten in de beplating, meestal gaten die zijn geboord of geknipt voor leidingen of pijpen. Een doorvoeropening in een plaat laat een snijrand achter en een plek waar water het gebouw kan binnenkomen. Om er zeker van te zijn dat de doorvoeropening de kwaliteit van de beplating niet in gevaar brengt moet u om te beginnen de snijrand op bovengenoemde wijze beschermen. Het gebied rond de doorvoeropening dient verder te worden afgesloten door het gebruik van daarvoor bestemde componenten. Dit om te voorkomen dat water binnendringt in de holte van de muur of het gebouw. Voor dit doel zijn speciale rubber manchetten verkrijgbaar. Bij dakbekleding dienen mogelijk passtukken te worden toegepast die het water om de doorvoeropening heen leiden om te voorkomen dat er plassen blijven staan op de beplating.

Categorieën
Voor meer informatie