De circulaire economie (CE) is een term die voor het eerst door Walter R. Stahel werd gebruikt.
Boven: Een continue stroom technische en biologische materialen wordt door de ‘waardecirkel’ geleid. ( ref. Ellen McArthur Foundation).
De circulaire economie (CE) is een term die voor het eerst door Walter R. Stahel werd gebruikt. Hij was architect en in een document uit 1982 getiteld ‘The Product Life Factor’ beschreef hij voor het eerst een model voor een gesloten-lus-economie, die nu vaker een circulaire economie wordt genoemd.
Zijn mening wat toen ter tijd waarschijnlijk nogal atavistisch. Hij suggereerde namelijk dat een verlenging van de bruikbare levensduur van een product voor minder uitputting van natuurlijke hulpbronnen en minder afval zal zorgen.
De aanpak van de circulaire economie breidt dit model verder uit en overweegt ook de opties voor het einde van de levensduur van allerlei verschillende goederen, zowel van produkten die worden gemaakt, als van produkten die groeien, zoals voedingsmiddelen.
Hierdoor is weer een ander bekend aforisme ontstaan: “Cradle to Cradle , van “wieg tot wieg”. Dit is een goede weergave van het proces waarbij het afval van het ene proces de grondstof van het andere wordt.
Er is veel werk verzet aan de verdere uitwerking van de mechanismen die moeten bestaan om de circulaire economie te ondersteunen. Een voorbeeld is de Ellen MacArthur Foundation die door deze zeilster na haar zoveelste solo-tocht werd opgericht. Zij weet uit eerste hand hoe belangrijk het is om de eindige grondstoffen te conserveren, willen wij als mensen overleven. Het rapport ‘Towards the Circular Economy’ werd door deze Foundation en door McKinsey & Co geproduceerd en is momenteel hèt naslagwerk over dit onderwerp.
De circulaire economie en Cradle to Cradle productieprocessen vereisen een grote verandering van de manier waarop we dingen gebruiken en eveneens , hoe we dingen ‘bezitten’. Het model is namelijk gebaseerd op een verandering van het geaccepteerde paradigma dat een kapot of een oud voorwerp door een nieuw model wordt vervangen. In de circulaire economie is dit natuurlijk nog steeds mogelijk, maar het oorspronkelijke voorwerp doorloopt dan een duidelijk einde levensduur-traject.
De circulaire economie is gebaseerd op onderstaande principes en op het idee dat ‘voedingsstofstromen’ voor alle processen bestaan. Deze stromen bestaan dan vaak uit de afvalmaterialen van andere industrieën of sectoren, zoals oude of verouderde eindproducten.
Deze voedingsstoffen worden gedefinieerd als ‘biologisch’, zoals voedselafval, of ‘technologisch’, zoals staal.
Afval = voedingsstof. In de circulaire economie bestaat gewoonweg geen afval.
Voor zover redelijkerwijs mogelijk, kan alles een nieuwe bestemming krijgen, opnieuw worden verwerkt of in een ander proces worden hergebruikt. Mogelijk ziet het er van buiten hetzelfde uit. Denk hierbij aan het huren van een vaatwasmachine in plaats van er eentje te kopen. De machine wordt voor een specifiek aantal wasbeurten gehuurd en dan aan de producent geretourneerd voor renovatie, herbestemming of hergebruik in andere processen. Nagenoeg alles in ons bezit of alles wat we dagelijks gebruiken kan op basis van dit model worden verkregen en gemanaged. En dit kan nog verder worden verbeterd door nieuwe en opkomende technologieën, zoals het Internet of Things.
Staal
De supply chain voor staal is een goed model van een circulaire economie.Dankzij de inherente waarde en bepaalde kenmerken die het mogelijk maken om staal van ander afval te scheiden (b.v. magneetscheiding), worden staal en ferrometalen al jaren gerecycled. Het circulaire economische model van staal is daarom bekend en zeer efficiënt (in de bouw wordt tot 98% van al het staal gerecycled). Daarom kunnen wij met enige zekerheid zeggen dat slechts zeer weinig staal naar de stortplaats wordt gebracht. Het meeste staal dat kan worden teruggewonnen wordt gerecycled en de meest toegepaste vorm van staalrecycling is de transformatie tot grondstof voor het Electric Arc Furnace (EAF)- of Basic Oxygen Steelmaking (BOS)-proces.
Aangezien de schaarste van hulpmiddelen en energie in de toekomst zaltoenemen, moet de integratie van diverse circulaire modellen goed worden begrepen. Ze zijn namelijk van elkaar afhankelijk en dit wordt ook veel belangrijker. Wat de bouwmarkt betreft denken we hierbij aan een betere terugwinning en hergebruik van materialen, metalen, aggregaten, isolatiemateriaal, kunststof en glas. Ook moeten we overwegen hoe deze activiteiten deel kunnen uitmaken van bestaande socio-economische modellen.
Lang leven – relaxte pasvorm.
Produkten , zoals gebruiksartikelen of onderdelen van de infrastructuur, moeten duurzaam, aanpasbaar en herstelbaar worden geproduceerd. Het beginsel hierbij is dat de band van de consument met het product ‘emotioneel duurzaam’ moet zijn, zodat men er meer waarde aan hecht en het waarschijnlijker is dat het wordt bewaard, vanwege of ondanks de , deuken, krassen en andere gebruiks- of ouderdomskenmerken. Dit is interessant vanwege de mogelijke manieren waarop producten op actieve wijze met consumenten kunnen omgaan, bijvoorbeeld online of met gebruik van het Internet of Things. In deze wereld waarin mensen hun auto een naam geven, is dat niet meer dan logisch.
Een dergelijke manier van denken past precies bij kleinere voorwerpen. Het duurt iets langer voordat mensen gaan houden van hun kantoorgebouw of fabriek. Tenzij het ontwerp van dergelijke gebouwen zelf al een dergelijke emotionele band aanmoedigde en waardeerde. Dit werd al begrepen door de Victoriaanse filantropen die op een even geavanceerde manier wilden dat voorbijgangers en ontvangers van hun vrijgevigheid meteen aanvoelden dat hun gebouw duurzaam was gebouwd door iemand die erom gaf, en, belangrijker nog, die belang hechtte aan het erfgoed en hoe dat in de toekomst zou worden gezien.
Deze zorg werd tot uitdrukking gebracht door de klant, door de architect en de ingenieur, door de timmerman, steenhouwer en metselaar. Dit is mogelijk een van de meest overtuigende argumenten voor het op verstandige wijze uitgeven van geld aan materiaal en vakmanschap van goede kwaliteit.
En dat, plus het mechanisme voor het hergebruiken en recyclen van alles, is waar de circulaire economie om draait.